Vervanging leerkrachten
Bij afwezigheid van een leerkracht is de directeur verantwoordelijk voor de vervanging. Hij/zij streeft ernaar om de vervanging door het eigen personeel te laten plaatsvinden, om zodoende de continuïteit van het onderwijs zoveel mogelijk te waarborgen. Als er geen eigen personeel beschikbaar is, wordt een beroep gedaan op de IRIS invalpool. Omdat meer scholen een beroep doen op de invalpool zal er zo nu en dan geïmproviseerd moeten worden.
Bij ziekte neemt de directeur de volgende maatregelen:
- wanneer er een duo-collega is, wordt deze gevraagd;
- als ook dat niet leidt tot een oplossing, worden collega’s gevraagd een extra dag te werken;
- lukt dat niet, worden invalkrachten gebeld;
- als het niet lukt op deze wijze vervanging te regelen, treedt de noodprocedure in werking.
Dit houdt in:- kinderen intern opvangen;
- naar huis sturen.
Ad a: ‘intern opvangen’:
- het intern opvangen van leerlingen gebeurt bijvoorbeeld door de ambulante personeelsleden of onderwijsassistent;
- als de aantallen het redelijkerwijs mogelijk maken worden, in laatste instantie, worden leerlingen over andere groepen verdeeld of worden groepen samengevoegd;
- intern opvangen gebeurt alleen de eerste dag. Diezelfde dag gaat er een Parro bericht uit waarin gemeld wordt of- en op welke wijze er de volgende dag(en) les kan worden gegeven aan de betreffende leerlingen;
Ad b: ‘naar huis sturen’:
- als intern opvangen niet lukt, proberen we de ouders tijdig in te lichten;
- één groep heeft maximaal 2 dagen lesvrij, daarna is een andere groep aan de beurt (bijvoorbeeld een hogere/lagere groep);